Die Eerste CD-Speler: Philips CD 207

De jaren '80 waren de jaren van het home entertainment systeem in Nederland. In elke woonkamer werd prominent plaats ingeruimd voor het opnemen en afspelen van beeld en geluid. Daarbij deed de eerste digitalisering na intensief samenwerken tussen Sony en Philips zijn intrede middels de compact disc speler; destijds een ware revolutie die uiteindelijk de bandrecorder, platenspeler en het cassettebandje zou gaan vervangen. Een zilverkleurig schijfje ter grootte van een bierviltje wat zonder krassen een heel stuk handzamer zou zijn dan die grote elpees, of losse spoelen met magneetband. Een helderder, zuiverder en onaantastbaar geluid. Zo werd de compact disc gepromoot. En dat klopte ook.

Dankzij de electronische revolutie waardoor componenten een heel stuk kleiner werden én de intrede van computers, kon men een nieuw medium introduceren met een tot dan toe ongekende geluidskwaliteit. Dat moést je gewoon horen. Een optische laser las de siliconenschijf digitaal uit en dat kon uitsluitend zoals het was opgeslagen. Wég waren de tikken krassen, de ruis en het mono geluid. Studiokwaliteit afspelen, precies zoals het was opgenomen, en dat in je woon- of slaapkamer. Met recht een revolutie. De eerste losse spelers kostten een klein fortuin, maar al snel werden er speciale kleinere uitvoeringen uitgebracht met wat goedkopere componenten, zodat ook de jeugd snel kon overstappen op dit nieuwe medium.

Één van die eerste kleinere cd-spelers was de Philips CD 207. Uitgevoerd in wit, rood of antraciet grijs (de modekleuren in die tijd) was dit een losse speler die apart op een stereo installatie kon worden aangesloten met aparte audiokabels op de externe aansluiting. Om de prijs te drukken om zodoende een grotere groep het nieuwe product aan te kunnen laten schaffen was dit een kleinere speler qua formaat; ideaal om ook op de slaapkamer van menig tiener te passen. In plaats van een metalen omhulsel is gekozen voor veel plastic. Stukken goedkoper en het glom erg mooi. 

Qua geluidsprestaties maakte dit echter niet uit, omdat de cd-speler zijn geluid digitaal produceert. Waar de eerste modellen nog weleens skipten (geluidsfragmenten oversloeg door misgelezen informatie door de laser) was dit bij deze Philips CD 207 niet langer het geval: op de printplaat was een 16-bits audio chip aanwezig, met een 4-voudige oversampling. In eenvoudige termen, er waren 4 controle- (tussen-) punten aanwezig die bij ontbrekende informatie het geluid even 'vast'hielden zodat er van een overslaand geluid geen sprake meer was. Je kon letterlijk de speler optillen en verplaatsen tijdens het afspelen van een schijfje en dat was wonderbaarlijke technologie.

De bediening was ook eenvoudig via plastic knoppen. Vorig en volgend nummer, pauzeren, snelzoeken en zelfs de volgorde van nummers programmeren behoorde tot de mogelijkheden. Het eenvoudige lcd-scherm gaf informatie over het tracknummer en de afspeeltijd; meer niet. Aan de voorzijde een volumeknop voor de hoofdtelefoon en de aan-uit knop.Een hoofdtelefoonaansluiting was ook aanwezig. Voor een eerste ervaring met een nieuw digitaal medium had Philips (samen met Sony) goed gegokt. Al snel werd de compact disc dé wereldwijde norm die 40 jaar later nog steeds wordt gehanteerd.

Na het vervangen van de bandrecorder, de platenspeler en het cassettebandje heeft de compact disc ook zijn tanden gezet in de laserdisc, mini-disc, dat (digital audio tape) en dcc (digital compact cassette) om vervolgens in de personal computer aan te belanden en daar te knagen aan de floppy disc en tapestreamer. De compact disc zelf evolueerde ook naar video disc, cd-rom, dvd (digital video disc) en blu-ray. En ondanks zijn 40-jarig bestaan en verdere digitalisering lijkt zijn bestaansrecht in één of andere vorm nog lang niet over. Het digitale bierviltjesformaat leeft nog steeds en wordt nog steeds gemoderniseerd. Een hele prestatie van de mannen uit Eindhoven destijds...

Video's