(Hans G - Creative Commons Attribution-Share Alike 2.0)
Gisteren overleed de Britse natuurkundige Peter Higgs. Hij was theoretisch ontdekker van het subatomische deeltje boson in de jaren '60, het deeltje wat alles in het universum massa geeft. In 2012 werd het deeltje aangetoond in de Large Hadron Collider bij CERN in Zwitserland, wat de kroon op zijn levenwerk betekende. Het deeltje werd ook wel het God-deeltje genoemd, want men heeft er decennia over gedaan om het te vinden, als ware het een zoektocht naar God zelf.
Hijzelf was daar wars van, ten eerste omdat godsdienst en wetenschap niet met elkaar stroken en ten tweede gaat het wel om een fundamenteel belangrijk subatomair deeltje, in onderzoek naar de Theorie Van Alles, maar dit staat los van welke vorm van religie dan ook. Hiervoor kreeg hij in 2013 samen met mede ontdekker François Englert de Nobelprijs Voor De Natuurkunde.
Deze ontdekking is een opmaat in de wetenschap om de Algemene Relativiteitstheorie van Albert Einstein te verenigen met de vrij moderne en recente quantumtheorie, waarbij het grote en kleine in één formule kan worden verenigd en zo álles in het universum kan verklaren. Dit Higgsboson is daar een fundamentele verbinding in. Peter Higgs stierf na een kort ziekbed op 94-jarige leeftijd.