Computers en spelletjes. Ze lijken onlosmakelijk met elkaar verbonden. Waar de computer (van het Engelse 'compute' of berekenen) werd ontwikkeld als een elektronisch hulpapparaat voor ingewikkelde berekeningen, werd al in de jaren '60 getracht om ook te ontspannen met diezelfde machine.
Een algemene misvatting hierbij is dat velen denken dat het spel 'Pong' het eerste échte computerspel was, is dit niet zo. Nee, dat was in de jaren zestig al weggelegd voor een elektronische versie van kogelslingeren, waarbij op een oscilloscoopmonitor een soort parabool werd weergegeven, die het wegschieten van een voorwerp vanaf een trebuchet moest voorstellen en waarbij dan een object moest worden geraakt met precisie.
Dit spelletje werd echter uitsluitend door wetenschappers en assistenten gespeeld in laboratoria waar de dure computersystemen stonden opgesteld. 'Pong' werd pas commercieel ruim 10 jaar later beschikbaar, in de jaren '70. Zelf was ik 11 jaar, toen ik in 1977 een spelcomputer cadeau kreeg die bij de Blokker was gekocht. Een klein compact apparaatje met een aan-/uitschakelaar, een kabeluitgang voor het beeldsignaal en een 3-standen schakelaar voor de 3 ingebouwde spellen, zonder geluid én in zwart-wit: Pong (ofwel tennis), Badminton en Squash.
Deze merkloze kloon had de dubieuze naam '3-in-1 Videogame' en werd naast een adaptor en spelconsole met 2 paddles geleverd; een soort bedrade primitieve joystick, met enkel een draaiknop erop, meer niet. Met de draaiknop kon je je racket of paddle op het televisiescherm omhoog of omlaag bewegen, aangezien dat de enige actie was die je had binnen de 3 spellen.
Er werd heel wat gespeeld op de console bij ons thuis, het was iets nieuws en spectaculairs, want opeens werd de televisie méér dan alleen een beeldbuis om naar te kijken, je kon nu spelenderwijs dingen op het scherm beïnvloeden. En hoe simpel 'Pong' ook was, het had een sterke aantrekkingskracht op een hele generatie kinderen, die voor het eerst met een computer in aanraking kwamen. De spelcomputer en de rekenmachine deden eind jaren '70 massaal hun intrede en worden tot de dag van vandaag nog steeds massaal gebruikt in huidige vormen.
Pong. Een zwart-witbeeld in 4:3 beeldverhouding en zonder geluid. Tennis spelen met een draaiknop op een bekabelde controller. Tegenwoordig lachen we er hard om, maar in die tijd was het revolutionair, nog nooit gezien én het was een heuse computer die in de woonkamer terecht kwam. Supermodern en betaalbaar.
Pong blijft leuk. Die eerste spelcomputer was natuurlijk de meest primitieve eerste generatie spelcomputer die er was. Atari timmerde aan de weg, maar dat waren Intellivision en Colecovision net zo. Maar Pong was voor de meesten de allereerste kennismaking met een computer, en dan een spelcomputer bovendien. Vrijetijdsbesteding zou voorgoed veranderen...